Mama Sranan op IDFA
Dat mijn liefde voor Suriname groot is, weten de mensen om mij heen. Een razend interessant land met een loodzware geschiedenis. Een prachtig land met fenomenale flora en fauna. Een indrukwekkend trots volk dat de term "multicultureel" al jaren in de praktijk bracht lang voordat wij er in Europa een probleem van begonnen te maken. Nog geen anderhalf jaar geleden bracht ik er een maand door, het zou een van meest gewaardeerde reizen worden (en dit in een toch al niet heel gematigde lijst). Suriname kortom heeft mijn hart gestolen, ik vreet de verhalen en berichten en hoop oprecht dat het land de voorzichtig ingeslagen weg naar verbetering en "modernisering" blijft volgen. En vooral hoop ik dat democratie zijn kans krijgt: het land is jong- het land had ook weinig goede voorbeelden om zich heen- en moet nog leren lopen. Het komt.
Goed, lange inleiding om deze ingetogen verfilming te beschrijven. Documentairemaker Tessa Leuwsha (ook schrijfster van het onlangs verschenen boek over Boni, dat ik zeker ga aanschaffen) kiest voor een vertelvorm waarin Fansi (een oude vrouw die naar het voorbeeld van Leuwsha's oma wordt geportretteerd) ons door de 20e eeuw loodst. We beginnen in 1908, in het noordwestelijke deel. In het arme Nickerie wordt het leven bepaald door de landbouw. En dan met name door de eigenaren van plantages en landbouwgrond. De vrouw groeit op in een pleeggezin (een "kwekertje" noemen ze dat in die tijd nog) en ondergaat het leven dat de arme bevolking daar allemaal ondergaat: officieel is de slavernij natuurlijk afgeschaft, maar dat wil nog niet zeggen dat de leefomstandigheden van de arbeiders reden tot juichen zijn. Dat gaat langzaam: Fansi groeit op, bouwt een gezin op waar ze alleen voor moet zorgen (haar man werkt in een ander deel van Suriname in de bauxiet- en goudindustrie). Een hard bestaan, een trots bestaan: ondanks het harde leven, ondanks het verlies van een van haar kinderen, weet Fansi een bestaan op te bouwen dat haar kinderen een beter perspectief geeft dan zij zelf had. Die kinderen, die vertrekken naar Nederland en halen haar uiteindelijk over. Fansi kan tussen die grote flats slecht aarden, ze mist het groene en warme Suriname. En dan komt daar alsnog de zo vurig gehoopte onafhankelijkheid. Fansi weegt haar kansen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten